6 NOVEMBER 1936. 497
Hooger Onderwijs te Dordrecht, om toekenning van subsidie
(Bijlagen 1936, no. 234).
De heer MABEL1S zou, alvorens iets over dit punt te zeg
gen, willen vragen, of er niet eens opdracht gegeven kan
worden om de wetten, die in de Leeskamer ter beschikking
van de raadsleden staan, bij te werken. Er wordt in dit prae-
advies verwezen naar de M.O. wet, zooals deze is gewijzigd
in 1922 en 1936, terwijl op de Leeskamer slechts een M.O.
wet van 1920 te vinden is. Nu weet Spr. wel, dat de ambte
naren steeds gaarne bereid worden gevonden om den raads
leden de verlangde inlichtingen te verstrekken, maar aange
zien de dagtaak van de raadsleden nu eenmaal langer is dan
die van de ambtenaren, zijn laatstgenoemden niet altijd aan
wezig om hen behulpzaam te zijn. Vandaar Spr.'s verzoek.
Voorts zegt Spr. het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Ik wensch over dit prae-advies het een en ander in het mid
den te brengen.
De Vereeniging voor Christelijk Middelbaar en Hooger
Onderwijs te Dordrecht vraagt een bijdrage voor eiken leer
ling, die uit Breda de Chr. H.B.S. te Dordrecht bezoekt. Zij
doet dat omdat de exploitatie der school sluit met een nadee-
lig saldo, niettegenstaande de ouders van de schoolgaande
kinderen boven het schoolgeld een niet onbelangrijk bedrag
moeten betalen. Uit een nadere informatie is mij gebleken,
dat vroeger het schoolgeld 25 °/0 hooger was dan aan de
gemeentelijke H.B.S. ter plaatse. Nadat deze laatste school
het schoolgeld heeft moeten verhoogen, is dit van beide
scholen ongeveer gelijk, maar thans betalen de ouders van
de leerlingen der Chr. H.B.S. daarboven een z.g. oudergeld
van; f 20,per leerling en per jaar. Gezegd mag dus worden,
dat hier alles wordt gedaan om de inkomsten zoo hoog mo
gelijk op te voeren. Maar, kloppende krijgt men de rekening
daardoor niet. En nu vraagt het Bestuur een bijdrage in dat
tekort van de gemeenten, waaruit leerlingen zijn school be-