500 6 NOVEMBER 1936.
Maar, Mijnheer de Voorzitter, deze redeneering is absoluut
onjuist. In die uitzonderingspositie verkeert de adresseerende
vereeniging wèl. Het onderwijs, als op de Chr. H.B.S. te
Dordrecht gegeven wordt, is te Breda niet te verkrijgen.
Er wordt te Breda geen Christelijk Middelbaar Onderwijs
gegeven. Wie voor zijn kinderen dat onderwijs begeert, moet
het buiten Breda zoeken. En dan is Dordrecht daarvoor de
meest aangewezen plaats. En van lien, die het daar gaan
zoeken, mag, gezien de belangrijke geldelijke offers van
f 20,boven het schoolgeld en nog de reiskosten, worden
aangenomen, dat het hun ernst is met de begeerte naar dat
Christelijk Middelbaar Onderwijs. Ik meen dan ook, dat dc
billijkheid tegenover de ouders, die Christelijk Middelbaar
Onderwijs voor hun kinderen wenschen en door de Chr.
H.B.S. te Dordrecht daartoe in staat worden gesteld, het
verleenen van deze bijdrage vordert. Dat de gemeente Breda
reeds belangrijke uitgaven voor het middelbaar en voorbe
reidend hooger onderwijs doet, kan geen reden zijn, dit,
altijd betrekkelijk geringe bedrag niet toe te staan. Integen
deel; juist het feit, dat de voorstanders van het openbaar
onderwijs en het R.K. bijzonder onderwijs met belangrijke
bijdragen worden gesteund, is een reden te meer de voor
standers van het Christelijk bijzonder onderwijs op dezelfde
wijze tegemoet te komen. Of de bijdrage behoort te worden
verleend op de wijze, als het Bestuur dat vraagt, 'laat ik
buiten beschouwing; misschien zou het kunnen in den vorm,
zooals dit is geschied in de vergadering van 22 Juni van dit
jaar ten opzichte van het St. Odulphus-Lyceum te Tilburg.
Bij een gelijk bedrag per leerling als toen is toegestaan, zou
de bijdrage ook in een redelijke verhouding komen tot de
subsidie aan het R.K. Lyceum alhier, dat in het meergenoem
de voorstel van 4 Augustus 1933 door Burgemeester en
Wethouders werd berekend op f 58,21 per leerling. Op al
tc groote offers komt dit de gemeentekas niet te staan. De
Chr. H.B.S. te Dordrecht wordt thans bezocht door 2 leer
lingen uit Breda. En een daad van billijkheid tegenover het
Christelijk Middelbaar Onderwijs zou hiermede zijn verricht.