6 NOVEMBER 1936. 503 „Gehoord de besprekingen; „Heeft besloten: „aan voornoemde Vereeniging voor iederen Bredaschen leer ling, die een geheel cursusjaar de Christelijke Hoogere „Burgerschool te Dordrecht heeft bezocht, over elk cursus- Jaar, te beginnen met het cursusjaar 1935/1936, een bijdrage „in het exploitatie-tekort te verleenen van f 50, Wethouder VAN BUITENEN wil ook een enkel woord over deze aangelegenheid zeggen. Volgens hem is één ding in het debat te veel op den achtergrond geraakt en wel dit: dat Burgemeester en Wethouders geen principieele bezwaren tegen het verleenen der gevraagde subsidie hebben. De heer M a b e 1 i s heeft zich beroepen op de vóórlaatste alinea van het prae-advies, ten einde ook in dit geval sub sidie toe te kennen. Aan het St. Odulphus-Lyceum is echter inderdaad alleen subsidie verstrekt omdat in Breda geen hooger handelsonderwijs te verkrijgen is; deze instelling ont vangt dan ook alleen voor leerlingen, die dat onderwijs vol gen, een gemeentelijke bijdrage. Spr. vestigt de aandacht op de laatste alinea van het prae- advies, luidende: „Zonder de belangrijkheid van het Christelijk Middelbaar „Onderwijs voorbij te zien en zonder de financieele moeilijk heden, waarin zich de Christelijke H.B.S. te Dordrecht be- „vindt, te onderschatten, meenen wij evenwel in verband met „het bovenstaande, en mede waar inwilliging van het ver- „zoek tot niet te overziene geldelijke consequenties zou kun- „nen leiden, Uw College te moeten adviseeren op het ver zoekschrift afwijzend te beschikken." Hieruit volgt dus, dat het afwijzend standpunt van Bur gemeester en Wethouders uitsluitend voortvloeit uit zakelijke motieven. Er is in Breda b.v. ook geen R.K. middelbaar on derwijs voor meisjes te krijgen. Steunverleening aan het Chr. Middelbaar Onderwijs zou dus het gevolg hebben, dat ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 503