506 \j^NOVEMBER 1936.
hem daarom het beste, thans niet afwijzend te beschikken
op de aanvrage, docli de verdere afwikkeling van deze aan
gelegenheid aan te houden tot na de behandeling van de
gemeente-begrooting voor 1937, omdat men dan beter kan
beoordeelen, of, op billijkheidsgronden, aan het verzoek ge
volg kan worden gegeven.
De heer KROONE ondersteunt het voorstel van den heer
Janssen s. Spr. verzoekt den heer Mabel is, zijn voorstel
zoolang terug te nemen. Deze kan er, volgens Spr., van ver
zekerd zijn, dat de meerderheid van den Raad met hem
medevoelt.
De heer ELICH is het ook eens met den heer M a b e 1 i s.
Daar het hierbij om een klein bedrag gaat, zou Spr. de bij
drage voor één jaar willen toekennen. Zouden de financieele
gevolgen inderdaad zoo ernstig dreigen te worden als Bur
gemeester en Wethouders verwachten, dan kan men de zaak
nadien nog eens bezien.
De heer GRU1JS meent, dat het 't beste is, dat, als iets
noodig is, men het ook doet, tenzij de consequenties ervan
van dien aard zijn, dat zij niet zijn te overzien.
De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet
houders niet veel voelen voor het voorstel van den heer
Elich. Als de subsidie eenmaal is toegekend, kan men moei
lijk weer terug. Spr. vraagt, of men er mede accoord kan
gaan, dat de zaak nog eens door Burgemeester en Wethou
ders wordt bekeken.
De heer MABELIS vraagt, wat er nu eigenlijk gaat ge
beuren.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wet
houders nog eens de financieele zijde van de zaak zullen