510 6 NOVEMBER 1936. m Wethouder VAN MIERLO merkt naar aanleiding van het door den heer Van Keep gesprokene op, dat, naar bekend is, vroeger het geheele complex ter plaatse particulier eigen dom was. Het is daarna eigendom van de Gemeente gewor den, voor zoover de daarop aangelegde wegen betreft, zoodat deze nu de daarop rustende erfdienstbaarheden kan hantee- ren. Het is echter de vraag, of het nu wel juist zou zijn, dat de Gemeente die er het minst belang bij heeft een spaak in het wiel ging steken, terwijl niemand van de om wonenden tegen de wijziging van de erfdienstbaarheid be zwaar heeft. Door de bebouwing van het perceel met een tweede villa ontstaat er niets leelijks. Spr. ziet derhalve niet in, dat de Gemeente, die het algemeen belang te verzorgen heeft, zulks zou moeten tegengaan. De heer VAN KEEP vindt de voorgenomen bebouwing juist in strijd met het algemeen belang; het villa-complex ter plaatse wordt ermede bedorven. De VOORZITTER zegt, dat de heer Van Keep de zaak waarom het hier gaat, niet geheel zuiver ziet. Het gaat thans alleen om de wijziging der erfdienstbaarheid. Of het perceel daarna nog bebouwd zal worden, staat ter beoordeeling aan Burgemeester en Wethouders; dit behoort hier niet ter sprake te komen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop overeenkomstig het prae-advies van Burgemeester en Wethouders besloten. De VOORZIT'IER deelt mede, dat punt 30 van de agenda behoort te worden afgevoerd, daar deze zaak nog niet rijp is voor behandeling. Punt 30 wordt daarop van de agenda afgevoerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 510