Vvi 512 6 NOVEMBER 1936. Ik vind, Mijnheer de Voorzitter, U/2 H.L. eierkolen voor 3 weken wel wat weinig; dit is namelijk slechts x/2 H.L. per week. Ik zou het College dan ook willen verzoeken, hiervan te willen maken2 weken en als dit in de toekomst niet vol doende mocht blijken te zijn, b.v. bij strenge koude of iets dergelijks, de hoeveelheid te willen brengen op 1 H.L. per week. Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat men geen H.L. eierkolen per week zou mogen verstrekken, aangezien de prijs daarvan f 1,25 bedraagt, terwijl men maar voor een waarde van f 1,per week mag geven. Voorts zegt Spr., dat er in het ontwerp-besluit wel staat: 3 weken, maar als gevolg van een verschrijving; het moet zijn: 2 weken. De regeling berust op perioden van twee weken, waarbij telkens over 2 perioden cokes en 1 periode eierkolen wordt verstrekt. In de practijk behoeft men maar 2 weken van U/2 H.L. te sto ken, daar U/2 H.L. eierkolen dezelfde brandwaarde heeft als 3 H.L. cokes en elke 2 weken 3 H.L. cokes worden verstrekt. De heer VAN DER VEN zegt, dat, als men het inderdaad zoo moet opvatten als de heer Van Buitenen het heeft uitgelegd, hij daarmede volkomen accoord kan gaan. Nu men echter door het verstrekken van eierkolen beneden een be drag van f 1,per week blijft, kan het niet zoo'n bezwaar zijn, bij strenge koude dat bedrag wat te overschrijden. Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat men met een hoeveelheid van U/2 H.L. eierkolen een kachel gemiddeld wel twee weken kan stoken. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 512