6 NOVEMBER 1936. 513 schikbaarstelling van een crediet voor bestratingswerkeri na bij de Generaal van der Plaatstraat (Bijlagen 1936, no. 251). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het opnieuw vaststellen van bebouwingsvoorschriften voor de Baronielaan (Bijlagen 1936, no. 241). Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 36. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende een ontwerp-capitulanten-veror- dening voor de gemeente Breda (Bijlagen 1936, no. 244). De heer CRUL verklaart geen bewonderaar van het capi- tulanten-stelsel te zijn. Spr. zou enkele vragen daarover willen stellen. Hij heeft in de bladen gelezen, dat door enkele ge meenten ontheffing is verzocht van de verplichting, genoemd in het tweede lid van art. 179 der Gemeentewet. Als het mogelijk is daarvan ontheffing te verkrijgen, zou hij zulks gaarne ook voor Breda willen zien te bereiken; men blijft dan baas in eigen huis. Want is het geen verschrikkelijk iets, dat straks alleen milicien-sergeants voor bepaalde ge meente-betrekkingen in aanmerking' komen? Men moet zelf vader van zes zonen zijn, van wie er maar één mag dienen, om zulks in zijn vollen omvang te kunnen beseffen. Vervolgens stelt Spr. de volgende vragen le. Wie beslist over het toelaten van capitulanten? 2e. Hoe sterk is het corps capitulanten? Dit om te kun nen nagaan, of in al de te vervullen functies kan worden voorzien. 3e. Wat is de taak van den Capitulantenraad? De heer VAN HOUTEN is ook geen bewonderaar van. het capitulanten-stelsel. Spr. kan zich dan ook volkomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 513