516 I 6 NOVEMBER 1936. de daarin wel genoemde functiën" in artikel 1 te schrappen. Als men alleen de functiën, vermeld in den staat, aanneemt om door capitulanten te worden vervuld, weet men ten minste waaraan men toe is. De VOORZITTER antwoordt, dat daartegen geen be zwaar bestaat. Daarop wordt besloten artikel 1 aldus te wijzigen. De heer JANSSENS geeft vervolgens in overweging, de woorden ..redelijkerwijs mogen" en ,,op daartoe strekkend verzoek" in artikel 3 te schrappen. De VOORZITTER zegt, dat ook daartegen geen bezwaar bestaat. De heer PLEIJTE merkt op, dat in artikel 3 een druk fout is geslopen: in plaats van het woord „opgesteld" moet worden gelezen„gesteld". De VOORZITTER beaamt zulks. Daarop wordt besloten artikel 3 te wijzigen in den zin, als door de heeren Janssens en PI e ij te is aangegeven. De heer JANSSENS acht het niet gewetrscht, in artikel 4 sub b de woorden: „naar het oordeel van den Capitu- lantenraad" te handhaven. De VOORZITTER licht de bedoeling daarvan toe. De heer JANSSENS kan zich na die toelichting, met de voorgestelde redactie van het artikel vereenigen. Den heer STRUIKEN komt het, in verband met de toe lichting op het Capitulanten-reglement, voor, dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 516