6 NOVEMBER 1936 521 De heer VAN DER VEN heeft uit het feestprogramma vernomen, dat op den derden dag der Moerdijkbrug-feesten ■een voetbalwedstrijd zal plaats hebben tusschen N.A.C. en D.F.C. Spr. vraagt, waarom men daarvoor juist N.A.C. en D.F.C. heeft genomen en niet een Bredasch en een Dordcseh elftal. Immers, als de wedstrijd plaats heeft op het N.A.C.- terrein, dan gaat de gemeente Princenhage met de revenuen daarvan strijken. Spr. dringt er daarom op aan, dat de wed strijd zal worden gespeeld op Bredaseh grondgebied. De VOORZITTER antwoordt, dat aan het samenstellen van een Bredasch elftal het practisch bezwaar verbonden was, clat de diverse vereenigingen, welke de spelers zouden moeten leveren voor een Bredasch elftal, geen toestemming zouden krijgen om de competitie voor dien dag stop te zetten, aange zien deze daardoor geheel zou moeten worden stilgelegd. Spr. zal de kwestie niettemin in het Comité ter sprake brengen. De heer VAN DER VEN merkt nog op, dat zijn grootste bezwaar in deze gaat tegen het spelen van den wedstrijd op Princenhaagsch grondgebied. De heer MEIJVIS wil het Comité ernstig in overweging geven iets te doen voor de werkloozen. In Tilburg is dit ook geschied bij de Paleis-Raadhuisfeesten; tal van volksvermaken konden toen door de werkloozen kosteloos worden bijge woond. Men zou hier b.v. een hengelwedstrijd kunnen or- ganiseeren. Verder vraagt Spr., of het terrein der Kon. Mil. Academie tijdens het historisch openluchtspel voor een ieder toegankelijk is. De VOORZITTER stelt voorop, dat hij als eere-voorzitter niet veel met het organiseeren der feestelijkheden te maken heeft. Verder zegt Spr., dat de heer Me ij vis in de eerste plaats uit het oog verliest, dat het feest in den winter plaats heeft en in de tweede plaats, dat het doel ervan, is, zooveel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 521