55\J S 8 DECEMBER 1936. Spr. heeft er aan medegedaan, waar het er om ging, dingen, welke verkeerd waren gedaan, recht te zetten. Burgemeester en Wethouders hadden nu eenmaal het standpunt ingeno men, dat tengevolge van de nieuwe klasse-indeeling geen verkapte promoties mochten plaats vinden en Spr. heeft zich bij zijn handelingen, evenals de andere wethouders, daaraan gehouden. De heer VAN HOUTEN zegt, dat de zaak na de toelich ting van het College eenigszins anders komt te staan. Spr. blijft evenwel van meening, dat het 't beste is haar in het Georganiseerd Overleg te brengen, dan breekt men dit niet af en dan kunnen de fouten, welke gemaakt zijn, daar be keken worden. De heer KROONE merkt op, dat het toch noodig zal zijn om in deze de organisaties te hooren. Men krijgt dan geor ganiseerd overleg naast de Commissie voor het Georgani seerd Overleg. Het lijkt hem daarom meer logisch de zaak ineens door laatstgenoemde commissie te laten behandelen. Wethouder VAN BUITENEN gelooft, dat dit niet juist gezien is; algemeene arbeidsvoorwaarden komen in behan deling bij de Commissie voor het Georganiseerd Overleg, doch het betreft hier geen zoodanige voorwaarden; het gaat hier in feite om persoonlijke dingen, die beter niet daarin behandeld kunnen worden. Voor een goeden gang van zaken is het wenschelijk, voor deze aangelegenheid een speciale commissie in het leven te roepen, die ook anderen kan hooren. Wethouder VAN MIERLO merkt nog op, dat de heer Van Buitenen heeft gezegd, waar het op aankomt. Als men binnenskamers een zaak over een majoor behandelt, haait men er geen sergeant bij. Het gaat nu eenmaal niet aan een kwestie te laten uitvechten door personen, die staan onder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 554