566 \J 21 DECEMBER 1936. verband met de feesten, welke zullen worden gevierd ter gelegenheid van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana (Bijlagen 1936, no. 289). De heer VAN KEEP zegt het volgende: Naar aanleiding van de door het Oranje-Comité gehouden aanbesteding van de Marktverlichting in verband met het komende feest, kan ik de wijze, waarop deze heeft plaats gehad, niet zonder meer voorbij laten gaan. Naar mij ter oore is gekomen, is hiervoor prijsopgaaf ge vraagd aan één Haagsche firma en eenige Bredasche firma's. Bij den uitslag der aanbesteding bleek, dat de Haagsche firma de laagste was en f 10,verschilde met zijn op volger. Aan den opvolger, dus een Bredasche firma, is toen gevraagd, of deze de verlichting voor denzelfden prijs wilde maken als de Haagsche leverancier, waartoe deze bereid was. Hierna geeft de Haagsche firma wederom een prijs op, maar f 100,— lager dan zijn le opgaaf. Ook wederom was de Bredasche firma bereid zijn prijs met f 100,te verlagen. Nadien is de aanvraag door het Oranje- Comité gewijzigd en hebben de firma's opnieuw ingeschre ven. Hierbij bleek, dat de Haagsche firma wederom de laagste was en haar is dit werk toert opgedragen. Mijnheer de Voorzitter, van het Oranje-Comité had ik het juister gevonden, als het dit werkje alleen had gevraagd aan de Bredasche firma's en bij eventueel niet-slagen, aan firma's van buiten de stad. Nü kan niet ieder Bredanaar de wijze, waarop dit door het Oranje-Comité heeft plaats gehad, goedkeuren, zoodat dit aanleiding geeft tot ontstemming in kringen der Bre dasche bevolking, wat niet bevorderlijk is voor een prettige verstandhouding, te meer daar de gelden voor dit feest door de Bredasche bevolking zijn bijeengebracht. De VOORZITTER deelt mede, dat de Haagsche firma, naar hem bekend is, zoowel bij de eerste als bij de tweede

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 566