21 DECEMBER 1936. W 569 over melkuitdeeling op de scholen, hiertegenover afwijzend staan, o.m. omdat een dergelijke voeding in het gezin thuis behoort, een dergelijke wijze van feestvieren door de armen ook niet zoo zullen kunnen toejuichen. Wij zouden U dan ook willen verzoeken, ten opzichte van dit onderdeel van de feestviering nog eens in overleg te treden met het Oranje-Co mité, om dat Comité te verzoeken, een andere wijze van goed doen der armen op dien dag in overweging te nemen, bij voor beeld, door deze menschen öf een uitkeering in geld te doen, öf hen een pakket levensmiddelen te doen toekomen, waar door ieder op eigen wijze en in den huiselijken kring het feest zal kunnen vieren en mogelijk nog eenige dagen van de feestgave zal kunnen genieten. De voorbereiding zal nog wel niet zoover gevorderd zijn, dat zulks niet meer mogelijk is. Het komt ons voor, dat, op deze wijzie opgevat, het ver- verhoogde subsidie voor dit onderdeel meer tot zijn recht komt. Mocht de mijnerzijds voorgestelde wijze van feestvreugde- brengen in de woningen der armen in deze gemeente de gemaakte begrooting doen overschrijden, dan zijn wij onzer zijds niet ongenegen aan een verhoogde subsidie onze stem te geven. De heer KAMPHUIS wenscht zich in deze aan te sluiten bij het betoog van den heer G r u ij s. Spr. zou het echter nog wat scherper willen zeggen. Hij acht het namelijk on- kiesch en oneerbiedig, een menigte van 800 man te gaan voeden onder het genot van het Wilhelmus en andere pas sende volksliederen. De VOORZITTER is het met de heeren G r u ij s en Kamphuis niet eens. In de eerste plaats moge men be denken, dat de menschen geheel vrijwillig komen en in de tweede plaats, dat deze maaltijd allerminst het karakter zal hebben van „bedeeling". Integendeel, men beschouwe het als een gedeelte van het feest. Spr. acht het een buitenge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 569