572 V J 21 DECEMBER 1936.
het voorstel tot toekenning van het extra-subsidie niet kan
steunen.
De heer MABELIS zal niet spreken over de geste van het
Oranje-Comité, die hij intusschen niet kan bewonderen. Er
is thans weinig meer aan te doen en het zal dufs alleen nog
zin hebben het Oranje-Comité de meening van den Raad
kenbaar te maken, ten einde daarmede in het vervolg reke
ning te kunnen houden.
Spr. is het, wat het feestmaal betreft, niet eens met den
heer G r u ij s. Zeker, de hand ophouden doet pijn als men
eergevoel heeft. Maar de nood der tijden brengt dat nu een
maal voor velen mede. Spr. kan niet inzien, dat men vol
doende feest viert, als men den arme mooie lichtjes laat zien
of hem een stukje muziek te hooren geeft. Het is meer dan
een mooi gebaar, als het Oranje-Comité zijn feestzalen voor
de minderbedeelden openzet met de woorden: de tafel staat
klaar, het feest kan beginnen. Spr. juicht dit zeer toe.
De heer VAN HOUTEN verklaart van de discussie over
het eigenaardige geval van de aanbesteding een vreemden
indruk te hebben gekregen. Vast staat, dat de Haagsche firma
telkenmale het laagst had ingeschreven, terwijl de Bredanaar
achteraf bereid was zijn inschrijfsom belangrijk te verlagen.
Spr. kan niet van zich afzetten de idee, dat de Bredanaar^
gedacht hebbener is nu eenmaal een bepaalde som voor
geraamd, men zal ons het werk dus wel gunnen. Hadden
deze inschrijvers hun offerte zoo scherp mogelijk gecalcu
leerd, dan zou het niet mogelijk zijn geweest later een be
langrijk bedrag van de inschrijfsom te laten vallen. Spr. kan
zich zeer goed indenken, dat het Oranje-Comité door deze
wijze van marchandeeren huiverig is geworden en tenslotte
gegund heeft aan den laagsten inschrijver.
Wat den maaltijd betreft, de bezwaren, daaraan verbonden
en hier reeds genoemd, zijn gevoelsbezwaren. Talloozen zou
den gaarne van de gelegenheid, eens een goeden maaltijd te