584 \J- 21 DECEMBER 1936. ook zij, wij zijn niet alleen bereid om met deze leden in heft algemeen mee te gaan in hun gedachtengang en hun wen- schen, maar wij willen bij voorbaat reeds mededeelen, dat wij in het verwezenlijken daarvan gaarne met hen mede werken. Wij twijfelen geen oogenblik, of het is hier in deze heilige ernst en geen mooi gebaar, al spijt het ons ook, dat wij eerst nu dit geluid zoo duidelijk vernemen en het niet eerder tot ons, althans op deze wijze, doordrong. Wij zijn weliswaar overtuigd, dat zulks wel voor een groot gedeelte het gevolg is van de omstandigheid, dat het water „tot aan de lippen komt", maar de een is nu eenmaal anders geaard en ziet de kwesties uit een anderen gezichtshoek dan de ander. Daarom, vrienden van onze meer vooruitstrevende ideeën van de overzijde, laten wij van deze gelegenheid ge bruik maken om de hoofden bij elkaar te steken, samen te gaan zitten aan de groene tafel en te trachten opbouwend werk te bedenken en te verrichten in het belang onzer ge meente. Met alle leden, die de annexatie van de omliggende ge meenten aan de orde stellen, zijn wij het ook gloeiend eens en het komt ons voor, dat, waar Burgemeester en Wethou ders hier niet afwijzend tegenover staan en ook het belang dier annexatie in een naastei toekomst gaarne erkennen, het van belang zal zijn ook in dat opzicht een uitspraak uit te lokken, waardoor niet in een verwijderde, zij het dan ook naaste toekomst, maar reeds in het jaar 1937 al die voorbereidingen worden getroffen, die een spoedige oplos sing van dit o.i. dringende vraagstuk behoeft. Wij hebben het vorige jaar ten opzichte van de kwestie van het wijzigen van het Reglement van orde, geen geluid laten hooren. Het bestaande reglement heeft voor zoover ik mij herinner, en ik meen in dat opzicht iwel van eenige ervaring te kunnen meepraten, nog nooit aanleiding gege ven voor bijzondere wenschen, wat betreft zijn wijziging. Ik weet wel, er ligt nog een wijzigings-ontwerp van eenige jaren terug, maar laat, wat ons betreft, dat nog maar wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 584