21 DECEMBER 1936. W 587 De reden, waarom deze algemeene beschouwingen dit jaar achterwege zouden kunnen blijven, is wel op de eerste plaats het feit, dat de politieke verhoudingen in den Raad geen aanleiding geven hieromtrent opmerkingen te maken. Er wordt goed gewerkt, de debatten worden kort en zakelijk gehouden en er is in het algemeen waardeering voor een afwijkend standpunt. Het is gelukkig te noemen, dat de democratische gedachte en de beleving hiervan in Breda, niet, zooals in vele andere plaatsen in den lande, ontaardt in felle persoonlijke aanval len, doch dat de Raad de democratische beginselen op juiste wijze toepast. Ook ten aanzien van de voor ons liggende begrooting heeft het eigenlijk geen nut zich te verdiepen in algemeene be schouwingen. Het is een begrooting, die men heeft te onder gaan, waaraan onzerzijds geen richting kan worden gegeven. Het jammerlijke feit kan nogmaals geconstateerd worden, dat, niettegenstaande het zuinig beheer van het College van Burgemeester en Wethouders, de begrooting een aanvan kelijk tekort aanwees van f 24Ü.Ü0Ü,—Dit tekort wordt overbrugd door het aanspreken van reserves, het opnieuw ramen van verschillende posten en door het invoeren van eenige voor de gemeenschap zeer drukkende belastingen. Wanneer wij nagaan, dat de voornaamste oorzaak van dit tekort is gelegen in de steeds groeiende uitgaven voor den werkloozensteun, dan moet wel ernstig de vraag gesteld worden, of er van gemeentewege in het verleden voor ver ruiming van den arbeid wel voldoende is gedaan. Deze vragen zijn ook gesteld in het Centraal Rapport en met groot genoegen hebben wij als antwoord hierop vernomen, dat voor de volgende jaren een plan in bewerking is om te komen tot een verkeersverbetering in het Noorden van de stad, ter plaatse van de Trambrug, de Casbrug en den Bel- crum-overweg. Wij achten het alleszins begrijpelijk, dat het in dit stadium niet mogelijk is en misschien ook niet gewenscht is om nader op dit plan in te gaan. Wij hopen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 587