592 21 DECEMBER 1936. Mijnheer de Voorzitter, ik kan mij niet vereenigen met de stemming, die ik in het Centraal Rapport meen te beluisteren, n.l. dat we nu zoover gekomjen zijn), dat het maar vjqorjdeew liger is ons aan de Rijkscontrole te onderwerpen. Het kan zijn, dat het gemakkelijker is, maar op het Rijkl te gaan leunen en te zeggen: „ziezoo hier is de zaak, wij"1 kunnen niet meer". Het kan gemakkelijker zijn, maar eer voller is het niet en een bijdrage tot versterking van de volks kracht is het zeker niet. Ook de Regeerjng moet het geld, waarmede de gemeenten geholpen worden, in een of anderen vorm bij de bevolking weghalen. Het kan zijn, dat het een volgend jaar niet anders meer kan. Maar ik meen, dat wij moeten probeeren zoo lang mogelijk ons zelf te blijven. Een jaar is kort, maar er kan veel in gebeuren. En het zou een groote voldoening zijn, wanneer Breda een der weinige plaatsen was, die met eigen middelen deze moeilijke jaren zijn doorgekomen. Het verblijdt mij, dat Burgemeester en Wethouders zich blijven stellen op het standpunt zoo lang mogelijk te blijven uit de handen der Regeering en ik hoop, dat zij dat zullen, blijven handhaven. De maatregelen, die genomen moeten worden om deze be grooting sluitend te maken, leggen zware lasten op de be volking. Inzonderheid de opvoering van het aantal opcenten op de Personeele Belasting over de geheele lijn tot 200 en de plaat sing der gemeente in de 3e klasse der gemeentefondsbelasting doen dat vooral op de minst kapitaalkrachtigen. Het is te betreuren, dat de in uitzicht gestelde wijziging in de uitkeering aan de gemeenten uit het Werkloosheidssub- sidiefonds, die ongetwijfeld voor Breda voordeeliger zal zijn dan de thans voor 1937 bekende, niet zoo tijdig bekend is geworden, dat daarmede nog vóór de invoering dezer nieuwe lasten gerekend kon worden. Indien nog mogelijk zal bij een volgende begrooting zoo spoedig mogelijk tot intrekking van deze maatregelen moeten worden overgegaan. Vooral

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 592