598
21 DECEMBER 1936.
een vergevorderd stadium van voorbereiding en zal binnen
afzienbaren tijd den Raad bereiken, 't Hangt er nu rnaar
van af, of men vèr- of bijziend is.
Het uitbreidingsplan acht Spr. voor de Gemeente zeer
belangrijk. Allerlei kwesties hangen ermede samen, als volks
huisvesting, grond politiek, hygiëne. Reeds langen tijd heeft
de Raad slechts kleine wijzigingen gezien, die moeilijk waren
te beoordeelen, omdat het verband met het groote plan niet
bekend was; de gevolgen ervan waren dan ook niet te over
zien. Het is Spr. bekend, dat de ontwikkeling van de volks
huisvesting er onder lijdt, terwijl er onrust door is ontstaan
in de bouwwereld.
Spr. meent dan ook nogmaals op voortvarende behandeling
te mogen aandringen en verzoekt voorts een kaart van het
geldende uitbreidingsplan op te hangen in de Leeskamer.
Wethouder VAN DER WERF kan ditmaal kort zijn in
zijn antwoord op hetgeen de leden van den Raad naar voren
hebben gebracht. Over de bedrijven hebben de heeren niet
gesproken, terwijl daarover ook in het Centraal Rapport
niets is gezegd. Dit zal wel niet beteekenen, dat men geen
critiek heeft op het door Spr. gevoerde beleid, doch wel
mag Spr. eruit afleiden, dat in het algemeen gesproken, men
accoord gaat met de wijze, waarop de bedrijven worden ge
leid. Spr. weet, dat de Raad een intensieve belangstelling
heeft voor de bedrijven, en verwacht dan ook, dat bij de
behandeling van de verschillende begrootingsposten wel het
een en ander zal worden gevraagd of opgemerkt.
Voor den lof, door den heer Mr. Janssens uitgesproken,
is Spr. dankbaar.
Typeerend acht Spr. het voorts, dat de drie fractie-voor
zitters alle het werkloosheidsvraagstuk hebben aangeroerd
en er zich alle van bewust blijken te zijn, dat de Gemeente
als zoodanig daaraan weinig kan veranderen. Zelfs het
uitvoeren van groote werken zal het aantal werkloozen niet
belangrijk verminderen;, paartegen zullen de kosten van