21 DECEMBER 1936. 605 De VOORZITTER had bij zijn komst in deze stad reeds vernomen, dat de politieke verhoudingen goed te noemen waren en ook, dat de houding der raadsleden tegenover hun politieke tegenstanders lofwaardig was. Spr. heeft heden ondervonden, dat dit ten volle juist is geweest. Met vreugde kan worden geconstateerd, dat er geen sprake is van een politieken strijd, waardoor de belangen der Gemeente op den achtergrond zouden worden gedrongen. Spr. is daar voor dankbaar, brengt den Raad daarvoor gaarne zijn hulde en hoopt dat deze toestand van eendrachtig samenwerken bestendigd zal mogen blijven. Komende tot de beantwoording van eenige door de leden naar voren gebrachte punten, wil Spr. eerst even ingaan op hetgeen de heer G r u ij s opmerkte ten aanzien van de installatierede. Het spreekt wel vanzelf, ieder der raadsleden zal daarvan ook persoonlijk overtuigd zijn, dat Spr. het streven van de N.S.B. evenmin op prijs stelt als dat der Communisten. Naar Spr.'s overtuiging is de werkzaamheid van het Communisme echter gevaarlijker voor de samen leving, omdat het vrijwel geheel ondergronds werkt en dan nog met onbekende internationale krachten. Ook van de N.S.B. kan gezegd worden, dat zij vijand is van de bestaande orde, doch na studie is het Spr. gebleken, dat het beter dan bij het Communisme mogelijk is, de werkzaamheid ervan in het oog te houden en de sterkte ervan te onderkennen. Spr. weet zeer goed, dat het Communistische gevaar te Breda niet zoo groot is, maar meende toch verplicht te zijn, een waar schuwend woord ertegen te doen hooren. Spr. is het volkomen eens met de heeren wethouders en raadsleden, die gezegd hebben, dat de Gemeente het moge lijke moet doen om de werkloosheid te bestrijden. Indien dit kan door uitvoering van groote werken, waardoor de Gemeente is gebaat, dan is dat dubbel toe te juichen. Ook Spr. acht de werkloosheid een ramp en zegt toe gaarne alles te zullen bevorderen, wat bestrijding in de hand werkt. Het uitbreidingsplan hangt samen met andere plannen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 605