606 21 DECEMBER 1936. a doordat de Gemeente sterk bekneld wordt door de omlig gende gemeenten, blijven vele problemen onoplosbaar, tenzij men grijpt naar het middel: annexatie. Persoonlijk heeft Spr. sterk de overtuiging, dat het absoluut noodig is de randge meenten bij Breda te voegen en wel zoo spoedig mogelijk. Het vraagstuk is reeds in studie. Het uitbreidingsplan is vorige week in de vergadering van Burgemeester en Wethouders behandeld en zal den Raad binnen korten tijd bereiken. Spr. acht het thans nog niet het juiste oogenblik nader in te gaan op de andere plannen, welke Burgemeester en Wethouders koesteren; overleg met verschillende instanties daarover is nog gaande. Men kan er echter op rekenen, dat deze plannen ook met bekwamen spoed zullen worden uitgewerkt en niet op de lange baan zullen worden geschoven. Met Wethouder Van Buitenen en den heer Mabe 1 is is Spr. de meening toegedaan^ dat het voor de Gemeente van vitaal belang is, zoo lang mogelijk baas in eigen huis te blijven. Dat zal misschien moeilijk vallen, maar op den duur zal men daarvan de vruchten plukken. Herziening van het Reglement van Orde voor den Raad acht Spr. niet bijzonder urgent. De vergaderingen verloopen vlot en de Raad handelt niet naast wet of verordening. Echter een ontwerp voor de herziening van het Reglement van Orde ligt gereed en zal den Raad eerstdaags worden aan geboden. In aankoop van de Langestallen-kazerne ziet Spr. weinig heil, aangezien daar veel geld mee gemoeid is en er maar zeer weinig werkverruiming door ontstaat. Bovendien zou de aankoop niet passen in het groote plan, dat voor de binnenstad is ontworpen, zooals men te zijner tijd zal be merken. Met betrekking tot de klachten omtrent het tijdstip, waar op de raadsvergaderingen zullen worden gehouden, zegt Spr. van plan te zijn, zooveel mogelijk aan de verschillende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 606