21 DECEMBER 1936. 609 De heer HEER verheugt zich erover, dat de Voorzitter zich zoo duidelijk heeft uitgesproken over zijn houding tegen over het Nationaal-Socialisme. Daaromtrent is thans geen misverstand meer mogelijk. Toch moet het Spr. van het hart, dat ook ten aanzien van het Nationaal-Socialisme en Fascisme de grootst moge lijke waakzaamheid geboden is. Ook dezen werken inter nationaal en ondergronds, zoodat controle heel moeilijk is. Deze gevaren niet te zien, is ze onderschatten. Spr. acht het niet juist de loodgieterswerken te gunnen aan een patroon, die is georganiseerd in een Christelijke vakvereeniging en alzoo geen partij bij het landelijk col lectief contract. Er zou een vreemde consequentie uit getrok ken kunnen worden, als men het werk aan dezen man gunde en wel deze, dat ieder lid zou. kunnen worden van een( Christelijke organisatie om, met ontduiking van het collectief contract, toch in aanmerking te komen voor levering aan de Gemeente. De heer MABELIS moet opkomen tegen de voorstelling van den heer Heer, als zouden de Christelijke vakorgani saties een soort vergaarbak vormen voor a-sociale patroons. In Christelijke kringen is dat zeker niet gebruikelijk. Men steunt daar op Gods woord en wie dat niet doet kan geen lid zijn. Spr. is ervan overtuigd dat iemand, die met minder goede bedoelingen in de Christelijke organisatie zou zijn doorgedrongen, er ook spoedig weer uitgezet zou worden. De heer MEIJS merkt op, dat zijn vraag aangaande con versie van geldleeningen nog niet is beantwoord. Wethouder VAN BUITENEN biedt den heer M e ij s excuus aan voor dit verzuim. De vraag was: zijn Burgemees ter en Wethouders te dien aanzien niet te diligent geweest, m.a.w. is niet te gauw geconverteerd? Spr. meent van niet. Conversie is alleen wenschelijk als daaruit werkelijk voordeel voor de Gemeente voortvloeit;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 609