12 FEBRUARI 1936.
61
alisme, dat weinig meer uit te staan heeft met het principieele
Marxisme en het historisch materialisme. Tot de sociaal-demo
craten is het doorgedrongen, dat de herbewapening van
Duitschland den ondergang van Nederland en daarmede ook
van de sociaal-democratie hier te lande zou kunnen beteeke-
nen. De heer Ter Laan heeft dan ook verklaard, dat het
oogenblik gekomen is om vóór de Defensie-begrooting te
stemmen. Zeer zeker ook een bewijs van een veranderde gees
tesgesteldheid.
Deze verandering van geestesmentaliteit blijkt ook uit het
Plan van den Arbeid, dat een poging behelst om in de be
staande wantoestanden verbetering te brengen. De samen
stellers ervan verdienen uit dien hoofde de belangstelling van
de geheele Nederlandsche bevolking voor hun werk. Zij heb
ben immers een vraagstuk behandeld, dat hoog uitgaat boven
politieke gezindheid en partijverdeeldheid. Zij hebben dat
gedaan op een eerlijke en ernstige wijze en niemand heeft
het recht schouderophalend of hoonlachend aan dit werk van
ernstige mannen voorbij te gaan.
Zonder ons accoord te kunnen verklaren met dit plan, het
welk op vele practische moeilijkheden zal stuiten, meenen wij
toch, dat deze ernstige poging onze volle waardeering ver
dient. Het heeft hier in deze omgeving geen nut om de prac
tische bezwaren tegen dit plan naar voren te brengen of te
bediscussieeren, maar het heeft ons wel verwonderd, dat in
het antwoord op het Centraal-Rapport Burgemeester en Wet
houders zich wel wat al te sober over de mérites van dit plan
hebben uitgelaten.
Het doel van mijn betoog komt hierop neer, dat in deze
tijden meer dan ooit een geest van samenwerking moet heer-
schen tusschen de verschillende partijen. Dit wil niet betee-
kenen een gelijkschakeling der partijen, integendeel. Voor
een juiste, zakelijke en critische behandeling der verschillende
onderwerpen, die aan ons worden voorgelegd, kan juist dit
verschil van inzicht de behandeling der onderwerpen ten
goede komen.