622 Vy 21 DECEMBER 1936, De heer BRANTJES vraagt, waarom tegenwoordig over de lijnen 4 en 5 dezelfde buitenlandsche radio-stations wor den uitgezonden. Spr. wist niet, dat de vijfde lijn al in ge bruik was. Wethouder VAN DER WERF verklaart, deze vraag niet direct te kunnen beantwoorden. Hij zal de zaak onderzoeken. De heer VAN HOUTEN zegt, dat het antwoord van Bur gemeester en Wethouders op de in het Centraal Rapport gestelde vraag, betreffende de stroomuitschakeling op Zon dagmorgen, hem niet bevredigd heeft. Immers, niet alle luis teraars zijn aangesloten met de gemeentelijke radiodistributie- centrale; er zijn ook vele eigen toestel-bezitters onder. Voor hen blijft het bezwaar, verbonden aan het uitschakelen van den stroom op Zondagmorgen, bestaan. Wethouder VAN DER WERF antwoordt, dat de in het Centraal Rapport gestelde vraag, over stroomuitschakeling op Zondagmorgen, sloeg op de aansluiting aan de gemeentelijke radiodistributie-centrale; dit euvel is den laatsten tijd onder vangen. De hinder, welke eigen-toestel-bezitters van die stroomuitschakeling ondervinden, is niet anders te voorko men dan door het personeel van het Electriciteitsbedrijf nacht arbeid te laten verrichten. Het lijkt Spr. evenwel toe, dat te prefereeren is om het werk overdag te doen plaats hebben; de stroomuitschakeling blijft beperkt tot een enkelen Zondag morgen. Wil men echter te allen tijde radio hooren, laat men dan radiodistributie nemen! De VOORZITTER merkt op, dat hierbij aan de orde is het voorstel van Burgemeester en Wethouders, in zake vaststel ling van de afschrijvingspercentages voor het Radiodistributie bedrijf voor de jaren 1937, 1938 en 1939, opgenomen in de Bijlagen 1936, no. 256. Spr. vraagt, of iemand bedenkingen heeft tegen dit voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 622