626 \T21 DECEMBER 1936.
„bedrag vooir 1937 (na de ingevoerde bezuiniging) nog
„f 100,— hooger is."
Hierop antwoorden Burgemeester en Wethouders, dat de
hoogere uitgave voortvloeit uit de aanvulling van drie vaca
tures, alsmede uit periodieke verhoogingen en automatische
bevordering van agenten 2e klasse tot agenten le klasse.
Wat de aanvulling der drie vacatures betreft, deze zullen
m.i. een bedrag hebben gevorderd van het minimum loon
van agent 2e klasse van f 28,per week X 3 X 52 is per
jaar: f 4.368,—. En wat de periodieke verhoogingen en het
automatisch bevorderen aangaat: er waren in 1935 22 agen
ten 2e klasse met voor 1937 een jaarlijksche verhooging van
f 0,66 per week X 22 X 5^ is f 755,— per jaar. Er waren
van de 54 agenten le klasse nog 15 beneden het maximum
met een jaarlijksche periodieke verhooging van f 1,per
week of 15 X f 1,X 52 is f 780,per jaar. Voor 4 inspec
teurs le en 2e klasse werd voor 1935 aan salarissen geraamd
f 16.995,— en voor 1937 f 17.160,dJi. f 165,meer voor
1937. De totale verhoogde uitgave bedraagt dus f 4.348,
-f; f 755,(- f 780,1- f 165,— f 6.068,—. Na aftrek
van dit bedrag van f 14.790,blijft er nog een verschil van
f 8.722,Kunnen Burgemeester en Wethouders hierover
nog nadere inlichtingen geven?
De VOORZITTER zou een en ander eerst moeten nagaan
om den heer Broos een afdoend antwoord op diens vraag
te kunnen geven. Spr. kan echter wel zeggen, dat de be
grooting van den salarispost steunt op de organisatie van
het politiecorps. Het is derhalve uitgesloten om op het
oogenblik tot een andere begrooting te komen. Spr. wil de
zaak echter weieens bezien. Verder kan Spr. nog mededeelen,
dat het aantal agenten niet is opgevoerd; er is alleen in,
vacatures voorzien. Het verschil, dat door den heer Broos
is becijferd, zal waarschijnlijk zitten in de 3 °/0-korting,
welke over 1935 is toegepast, doch later is herzien. Dit is
niet in de begrooting van het vorig jaar verwerkt.