632 1/ S 21 DECEMBER 1936. moet gekomen kan worden. Ten opzichte van de bestaande particuliere hofjes kunnen geen maatregelen tot verlichting genomen worden, tenzij men de algemeene politie-verorde- ning op dit punt wil wijzigen; zulks kan overwogen worden. De heer VAN DER VEN zou het niet meer dan billijk vinden, indien tot kostelooze verlichting van de kramen der kooplieden op de Zaterdagavondmarkt werd overgegaan; deze menschen moeten immers staangeld betalen. Spr. kan zich ook niet voorstellen, dat het verlichten van die kramen gedurende enkele maanden van het jaar zooveel kosten met zich zou brengen. D,e VOORZITTER wijst er den heer Van der Ven op, dat die marktkooplieden een luttel bedrag betalen voor het gebruik van openbaren gemeentegrond. Het is alleszins billijk, dat zij zelf zorgen voor verlichting van de kramen; immers, als men iets verkoopen wil, moet men daarvoor iets overhebben. Gratis verlichting van die kramen zou onbillijk zijn tegenover de winkeliers, die ook voor verlichting hunner étalages hebben te zorgen. Willen bedoelde marktkooplieden meer verlichting hebben, dan zouden zij de kosten daarvan aan de Gemeente moeten vergoeden. De post wordt daarop goedgekeurd en vastge steld. Volgnummer 409D. Kosten van verkeers maatregelen. De heer VAN ARENDONK deelt mede, dat niet in het Centraal Rapport is opgenomen een door hem bij het afdee- lingsonderzoek geuiten wensch omtrent het uitvaardigen van een parkeerverbod voor de St. Annastraat. Er staan dikwijls auto's aan den toegang tot die straat geparkeerd, zoodat men de grootste moeite heeft om haar in te rijden. Ook de Akkerstraat komt z.i. in aanmerking voor een parkeerverbod

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 632