636 21 DECEMBER 1936. vAa dan in aanmerking komt, indien zij niet in bewoonbaren staat is te brengen. Burgemeester en Wethouders hebben nergens gezegd, dat zij het wensehelijk achten, het erbij te laten; als er werkelijk woningen zijn, die den toets der critiek niet kunnen door staan, dan zullen zij zeer zeker met een voorstel tot onbe;- woonbaarverklaring komen. Men moet daartoe evenwel niet te vlug overgaan, want dan 'kan het weieens gebeuren, dat het desbetreffend raadsbesluit door de Kroon vernietigd wordt. Het is beter zich niet daaraan bloot te stellen. Er is ook nog een andere mogelijkheid om de huiseigenaren te dwingen tot een behoorlijk onderhoud van hun woningen, namelijk: klagen bij Bouw- en Woningtoezicht. Van tijd tot tijd komen bij dien dienst klachten over slechte woningtoe standen binnen. Hierop wordt voortdurend toezicht gehou den en regelmatig gaan er aanschrijvingen aan diverse huis eigenaren uit tot verbetering van verschillende misstanden. Doordat de laatste jaren nogal veel onbewoonbaarverkla ringen hebben plaats gevonden, is de drang daartoe thans niet meer zoo aanwezig. Het is en blijft echter een kwestie van appreciatie. De heer VAN DER VEN zegt, dat niet iederen keer voor stellen tot onbewoonbaarverklaring van woningen op de agenda behoeven voor te komen, maar er zijn inderdaad in sloppen en stegen nog vele woningen, die niet geschikt zijn om bewoond te worden. Men behoort den huiseigenaren niet de gelegenheid te geven van dergelijke krotten profijt te trekken. Wethouder VAN MIERLO houdt zich aanbevolen voor aanwijzing van die complexen. De heer VAN DER VEN zegt, dat de dienst van het Bouw- en Woningtoezicht daarvoor het aangewezen orgaan is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 636