21 DECEMBER 1936. 637 De heer KAMPHUIS vindt, dat hetgeen hier te berde is gebracht te meer dringt tot het overleggen van een lijst van woningen, welke voor onbewoonbaarverklaring in aan merking komen, door den dienst van het Bouw- en Woning toezicht. Spr. zal zelf te zijner tijd gaarne zoo'n lijstje in dienen. De VOORZITTER gelooft, dat men in dezen tijd op dit gebied niet te ver moet gaan; alleen werkelijke krotwoningen dienen onbewoonbaar verklaard te worden. Hetgeen hier gezegd is, zal evenwel onder de aandacht van den betrokken dienst worden gebracht. De algemeene beschouwingen worden daarop gesloten. Volgnummer 25A.C. Ontvangsten ter zake van het openbaar badhuis wegens school baden. De heer COHEN heeft met genoegen gezien, dat de in richting voor schoolbaden thans door leerlingen van enkele openbare scholen gebruikt wordt. Het is hem niet bekend, of er voor het schoolbad reclame gemaakt wordt. Het lijkt hem evenwel gewenscht daarvoor reclame te maken bij de ouders van schoolgaande kinderen. Spr. zou gaarne willen weten: le. of het baden der kinderen onder toezicht van een onderwijzer of onderwijzeres geschiedt en 2e. wélke scholen thans van de inrichting gebruik maken. Spr. hoopt, dat dit ook zal leiden tot gebruik van deze mooie inrichting door leerlingen van de bijzondere scholen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wet houders zullen nagaan, of het gebruik van de inrichting nog aan te moedigen is. De leerlingen der openbare scholen kunnen niet klasgewijze gaan baden, daar de klassen uit mannelijke en vrouwelijke leerlingen bestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 637