voor het is niets n de in- het nut zulks op de post /an d e rster van gevraagd van den nstandig- instantie methode namelijk betalen, gegadigde ;n bij de hoe de destijds het ver- i richting; r is hem ven, verr tusschen n worden methode, hem niet te zetten. 21 DECEMBER 1936. 639 Hij dringt er bij Burgemeester en Wethouders op aan, de zaak zelf eens te onderzoeken; hij heeft alle vertrouwen, dat zij dan in orde komt. De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak nog niet door Burgemeester en Wethouders in behandeling is genomen; het verzoek om huurverlaging is naar den betrokken dienst gegaan om advies. De heer Brantjes is dan ook wat voorbarig met zijn verzoek. De heer BRANTJES zegt, dat, als Burgemeester en Wet houders van den betrokken dienst bericht krijgen, dat de huurster bereid is de zelfde huur te betalen, het al te laat is; het dreigement heeft dan zijn uitwerking niet gemist. Spr. zou daarom zoo gaarne willen, dat Burgemeester en Wet houders eerst zelf de zaak onderzochten. De VOORZITTER zegt, dat de huurster zich toch niet door den betrokken dienst in een hoek behoeft te laten duwen. Zij kan zich bij den betrokken Wethouder of den Burgemeester vervoegen. De zaak zal dan goed bekeken worden. Wethouder VAN' MIERLO zal thans op de zaak :el/e niet ingaan. Het wil hem voorkomen, dat er hier nve- een pleidooi voor de Weduwe Van Brink wordt gehouden dan voor de Gemeente, wier belang men hier toch in de eerste plaats moet behartigen. De heer Brantjes heeft zoo en passant gezegd, dat „Het Ei" op een onzalig oogenblik gegraven is. Naar aan leiding hiervan moet Spr. toch opmerken, dat de heer Brantjes zich nimmer tegen eenig voorstel, „Het Ei" betreffende, heeft verklaard. Wanneer de heer Brantjes meent, dat er door den betrokken dienst minder goede praktijken worden toegepast, verzoekt hij hem nader te preciseeren, waarin deze bestaan. De zaak zal vanzelf aan de orde komen bij de weder-verhuring van „Het Ei" voor het zwemseizoen 1937.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 639