644 ^ZX DECEMBER 1936. Burgemeester en Wethouders zouden gekomen zijn met een voorstel tot opheffing. Nu dit is uitgebleven, wil Spr. een tusschenvoorstel doen, namelijk voor het komende zwem- seizoen een regeling in te voeren, waarbij de volksbadplaats per week 4 dagen kosteloos en 2 dagen tegen betaling toegan kelijk zal zijn. Men kan dan het volgende jaar nog zien, wat men doet. Wethouder VAN MIERLO wil den heer Heer wel in zooverre tegemoet komen, dat een regeling worde getroffen, waarbij de badplaats per week 3 dagen kosteloos en 3 dagen tegen betaling voor het publiek geopend zal zijn. De VOORZITTER vraagt, of men hiermede genoegen kan nemen. Niemand der leden hiertegen eenige beden king te kennen gevende, wordt de door Wet houder Van M i e r 1 o voorgestelde regeling aanvaard. De post wordt daarop goedgekeurd en vast gesteld. Volgnummer 42 9. Bijdrage aan de studie commissie tot het tegengaan van de veront reiniging der Mark. De heer COHEN verzoekt naar aanleiding van de mededeeling van Burgemeester en Wethouders in de Me morie van antwoord, dat nagegaan zal worden, of het door de Markcommissie uitgebrachte rapport ter lezing kan wor den gelegd om dat rapport althans onder geheimhou ding ter lezing te leggen voor de leden van den Raad. De VOORZITTER zegt, dat de zaak, betreffende het tegengaan van de verontreniging van het Markwater, nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 644