646 VT 21 DECEMBER 1936. opgeslagen. Hem is ter oore gekomen, dat daarin ook schalen met boerenzult worden bewaard. Men behoett niet te vragen in welk een toestand die vleeschwaren komen te verkeeren, ook in verband met de aanwezigheid van ratten enz. Spr. verzoekt daaraan zoo spoedig mogelijk een einde te maken. Wethouder VAN MIERLO antwoordt den heer Kamp huis, dat het bouwen van een brug bij de Lunetstpaat een zeer kostbaar werk is. De Gemeente heeft dit 'jaar al twee bruggen gebouwd, zoodat men, als het niet hoogst noodzakelijk is, niet tot den bouw van een nieuwe brug overgaat. Burgemeester en Wethouders zullen de zaak nog eens bezien. Wat het pand van wijlen den heer Kuselbos betreft, Burgemeester en Wethouders zijn het er mede eens, dat de aanblik ervan zeer onaesthetisch is. Als men met de wet in de hand tot afbraak kan overgaan, dan zal dit gq- beuren, maar Spr. betwijfelt, of het wel zal gaan. .Zou de eenige weg om tot afbraak te komen deze zijn, dat men het pand eerst zou moeten koopen, dan gelooft Spr., dat het nu niet de geschikte tijd daarvoor is. Wanneer het inderdaad juist is, dat het pand gebruikt wordt voor op slagplaats van beenderen en vleeschwaren, dan zal zulks niet worden toegestaan, althans niet zonder Hinderwets vergunning. Het zal worden nagegaan. De heer MEIJVIS wil Burgemeester en Wethouders ant woorden op hun in de Memorie van Antwoord gestelde vraag: welke opdrachten men aan de gewenschte Markt- commissie denkt te geven. Men zou die commissie in de eerste plaats kunnen opdragen een algemeene regeling voor de markt te ontwerpen, waaraan de Marktmeester zijn mede werking zou kunnen verieenen, en in de tweede plaats de bevordering van het marktwezen in het algemeen, met in begrip van de vischmarkt, want het lijkt hem van groot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 646