650 21 DECEMBER 1936. yu-\ Hoofdstuk VII (Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd), wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk VIII. Onderwijs, kunsten en we tenschappen. Algemeene beschouwingen. De heer HEER merkt op, dat Burgemeester en Wethou ders in de Memorie van Antwoord op een desbetreffende vraag in het Centraal Rapport verwijzen naar hetgeen ter zake van de oprichting van een openbare lagere school in een der buitenwijken bij de behandeling van de vorige begrooting gezegd is. Er is toen door den Voorzitter gezegd, dat alleen wanneer de noodzakelijkheid daarvan bleek tot oprichting zou worden overgegaan. Spr. dringt er op aan, een onder zoek daarnaar in te stellen. Ontkend kan immers niet worden, dat in de laatste jaren zeer velen van de binnenstad naar de buitenwijken zijn verhuisd. De VOORZITTER antwoordt, dat de consequenties daar van zeer groot kunnen zijnmen kan wel in alle buitenwijken een openbare school willen hebben. De behoefte daaraan zou kunnen blijken uit een verzoekschrift. Is dit eenmaal inge komen, dan lijkt het Spr. het beste, dat in die wij|k eefn on derzoek wordt ingesteld. De heer HEER zegt, dat hem een openbare school in het Zuidelijk stadsdeel het meest noodig lijkt; dit is trouwens bij de behandeling van de begrooting 1936 door den toen- maligen voorzitter van den Raad erkend. De Voorzitter spreekt thans van het indienen van een verzoekschrift; dit is iets nieuws. Als de openbare school in dit opzicht gelijk stond met de bijzondere school, was het wat anders, doch thans heeft men voor de oprichting van een openbare school geen verzoekschrift noodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 650