662 21 DECEMBER 1936. andere dergelijke onderwijsinrichtingen buiten de Gemeente, zouden dan voor subsidieering in aanmerking komen. Hier mede zou een uitgaaf van naar schatting f 6000,gemoeid zijn. Een dergelijke uitgaaf is niet te rechtvaardigen nu de begrooting voor 1937 net op het kantje af sluit; immers, men heeft nu reeds een post „Onvoorzien", welke veel te laag is. Men mag het voorstel van den heer M a b e I i s dan ook niet aannemen. De heer MABEI.IS heeft aan hetgeen hij in eerste instantie gezegd heeft niet veel toe te voegen. De bezwaren, -welke door het College van Burgemeester en Wethouders tegen zijn voorstel zijn ingebracht, zijn dezelfde als die, welke in de gemeenteraden van Den Haag en Arnhem tegen de voor stellen tot subsidieering van bijzondere middelbare scholen werden aangevoerd. De VOORZITTER: Betroffen die voorstellen ook subsidi eering van middelbare scholen in andere gemeenten? De heer MABELIS: Neen, zij betroffen onderwijsinrichtin gen in eigen gemeente. De VOORZITTER: Dat is heel wat anders! De heer MABELIS zegt, dat het niet-inwilligen van deze subsidie-aanvraag door velen als een achteruitzetting zal wor den gevoeld. Men zal dan hier het schouwspel zien, dat door een Raad, die in meerderheid voor het verstrekken van bij zonder onderwijs is, de gelijkstelling van dat onderwijs met het openbaar onderwijs op zijde wordt geschoven. Uit een dergelijke handeling zal op den duur groot nadeel voort spruiten voor het bijzonder onderwijs. De Raad moet het zelf weten. De Chr. H.B.S. te Dordrecht staat of valt niet met die honderd gulden subsidie, evenmin als het St. Odul- phus-Lyceum te Tilburg zou moeten worden opgeheven,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 662