12 FEBRUARI 1936. 67 Begrijpelijk is het dan ook, dat ten aanzien van het beleid van Burgemeester en Wethouders hetzelfde gezegd kan wor den als reeds bij zoovele gelegenheden namens mijn fractie werd opgemerkt, namelijk dat het College de zaak gaande houdt en geen blijk geeft van ook maar in eenig opzicht een vooruitzienden blik te hebben, neen, eerder achter de zaken aanloopt. Gaven wij, evenals bij vorige gelegenheden, ver schillende suggesties en hebben wij op verschillende zaken gewezen, die naar onze meening rijp voor uitvoering waren, het College antwoordt met het stereotiepe bescheid, dat er vele zaken misschien wenschelijk waren, maar dat het zich zal bepalen tot die, welke naar hun meening noodig zijn. Dit beleid is wel echt zeker, maar strookt naar onze meening niet met den geest van dezen tijd, welke voor groote rampen, groote geneesmiddelen eischt. En waar iedereen zal moeten toegeven, dat de groote ramp, die ook onze gemeente getrof fen heeft door een groot leger van werkloozen te doen ont staan, leniging eischt op korten termijn, doet het eigenaardig aan, in het Antwoord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal Rapport te lezen, dat „het uitvoeren van groote „openbare werken niet op het terrein der gemeente ligt, „maar op dat van het Rijk". Er zijn in deze gemeente vele, naar onze meening, noodzakelijke openbare werken uit te voeren, door het College waarschijnlijk gerangschikt onder wenschelijke werken. Indien deze werken nu worden uitge voerd, zullen ze een grooten schuldenlast laden op dit en het volgend geslacht. Dit zij toegegeven, maar daar staat tegen over, dat wat nu gemaakt wordt, minder geld kost aan mate rialen en arbeidsloonen dan in normale tijden en dat een groot gedeelte van de bestaande werkloosheid daardoor wordt opgevangen, tengevolge waarvan het bedrag aan steungelden aanmerkelijk zal verminderen. De voorliggende begrooting geeft geen aanleiding tot be- lastingverhooging. Dit stemt tot verheugenis, maar wij zouden toch gaarne gezien hebben, dat het College een ander ant woord gegeven had op het door ons gevraagde omtrent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 67