12 FEBRUARI 1936.
69
nen komen en dat, mocht voor degenen, die meenen, dat in
grijpende bezuiniging mogelijk is, gestreefd worden naar
een dergelijk onderzoek c.q. door een commissie uit den Raad,
de volledige medewerking van het College verwacht wordt
en zeer op prijs zal worden gesteld.
Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de me-
dedeeling, dat omtrent de saneering van sloppen aan den
Haagdijk onderhandelingen worden gevoerd met de Regee
ring. Ik ontveins mij echter niet, dat dit geen afdoend ant
woord is op mijn vraag in het Centraal Rapport opgenomen
omtrent het doen uitwerken van een saneeringsplan voor de
geheele binnenstad, waarbij ook andere minder gewaardeerde
gedeelten van de binnenstad voor een eventueele verwijdering
of verbetering onder het oog konden worden gezien. Hierbij
denk ik aan die gedeelten van de stad, waar nog vele minder
waardige woningen om niet te zeggenkrotten die voo'*
opruiming in aanmerking komen, te vinden zijn. Ik twijfel
niet, of zulks zou in de naaste toekomst ook aanleiding geven
tot werkverruiming.
Mijnheer de Voorzitter, ik wensch het bij deze korte op
merkingen te laten, het aan mijn mede-fractieleden overlatend,
voor zoover zij zulks noodig achten, op andere punten dieper
in te gaan.
De heer MABELIS houdt de volgende rede:
Wanneer ik, Mijnheer de Voorzitter, bij deze algemeene
beschouwingen enkele opmerkingen wensch te maken, dan
meen ik te mogen zeggen, dat deze begrooting, gezien in het
licht der omstandigheden, geen onbevredigenden indruk
maakt. Dat deze begrooting sluitend is gemaakt kunnen wor
den, zonder dat nieuwe lasten moesten worden opgelegd en
dat zelfs een bedrag van, f 85.000.kan worden gereserveerd,
acht ik in hooge mate bevredigend. Ik wil hierbij de hoop
uitspreken, dat wij ons nu niet al te rijk gaan gevoelen en
dat die f 85.000.inderdaad onbesnoeid naar de begrooting
voor 1937 zullen worden overgebracht.