12 FEBRUARI 1936.
71
als passend op den werkelijken toestand als volkomen juist
moet worden beschouwd.
Mijnheer de Voorzitter. In aansluiting hierop wil ik een
enkel woord zeggen over de wenschen in het Centraal Rap
port naar voren gebracht, wenschen, die alle bedoelen nu
reeds te knabbelen aan de f 85.000.
Niemand in den Raad zal de illusie koesteren, dat aan al
die wenschen kan worden voldaan. Er zijn er onder die ook
mijn instemming zouden hebben, indien eraan tegemoet ge
komen kon worden. Met name is dat het geval ten aanzien
van de huur op de watermeters. Dit is een zeer onsympa
thieke last. De Raad is tot oplegging daarvan niet dan onder
den dwang der omstandigheden overgegaan en hij moet zoo
gauw mogelijk weer verdwijnen. Maar toch meen ik, dat de
Raad goed zal doen op dit oogenblik nog niet daartoe te be
sluiten. Wij hebben nu een sluitende begrooting, zonder ver
zwaring van lasten. Het te reserveeren bedrag maakt de kans,
dat dit een volgend jaar ook gelukken zal, grooter. Voorzich
tig financieel beleid eischt m.i., dat niet voorbarig tot ver
mindering van de inkomsten wordt overgegaan. Integendeel
meen ik, dat de toestand eischt, dat, waar dat zonder schade
nog mogelijk is, getracht moet worden de inkomsten te ver-
hoogen. Ik hoop daartoe bij de artikelsgewijze behandeling,
■met name bij volgnummer 163, een bescheiden poging te
doen.
Wij kunnen met Burgemeester en Wethouders instemmen,
dat verschillende bezuinigingen zijn aangebracht. Wanneer
wij zien, dat over 1934 het nadeelig saldo van hoofdstuk VI
ruim f 70.000.blijft beneden de raming, dan is dat inder
daad niet ongunstig te noemen, hoewel dat niet uitsluitend
een gevolg van bezuiniging is. Dat er echter hier, zooals in
het Centraal Rapport wordt gesuggereerd, eenvoudig met het
domme potlood nog 20 °/0 bezuinigd kan worden, waag ik
te betwijfelen. Maar evenmin kan zonder meer worden inge
stemd met Burgemeester en Wethouders, dat in den loop der
laatste jaren redelijkerwijs bezuinigd is op het personeel bij