74 12 FEBRUARI 1936. niet zoodanig gewijzigd, dat met minder kosten kan worden mens> volstaan? Ik zou Burgemeester en Wethouders willen verzoe- partij» ken den Raad hieromtrent volledig, desgewenscht vertrouwe- zoola lijk, te willen inlichten. lijke Mijnheer de Voorzitter. Ik heb alle waardeering voor het 1 Ook financieel beleid van Burgemeester en Wethouders; ik kan trouv daarmede volkomen instemmen. Ik kan er dus ook mede in- het v stemmen, dat geen werken op de begrooting worden gebracht lijk c en dat van geval tot geval wordt nagegaan, wat het eerst kan zelf 1 en moet tot uitvoering komen. Maar, daarom kan ik niet in- jn gc stemmen met de houding, welke het College aanneemt tegen- niet over de mogelijkheid van het uitvoeren van werken met be- p ■hulp van het Werkfonds. Voor de vierde maal krijgt de Raad „tijd, thans de toezegging, dat onderzocht wordt in hoeverre voor den een bepaald werk steun kan worden verkregen uit het Werk- Voeri fonds.Gewaarschuwd wordt daarbij tegen overdreven ver- M wachtingen. Mijnheer de Voorzitter, ik geloof niet, dat die than overdreven verwachtingen bij iemand in den Raad aanwezig digei zijn. Ik heb dit het vorige jaar reeds gezegdniemand denkt, nom dat het Werkfonds een pruimeboom is, waaraan maar ge- punt schud kan worden om dan de vruchten op te rapen. Maar weer het is dan toch wel een boom van welks vruchten vele andere dan gemeenten zich bedienen om belangrijke werken tot stand voel te brengen. En dan meen ik, dat het toch geen overdreve'n vers! wensch is, dat men nu, na anderhalf jaar overwegen en onder- van zoeken, gaarne wil vernemen, hoever dat onderzoek nu gevor- de c derd is. Het staat voor mij allerminst reeds vast, dat er, voor zwal de uitvoering van de genoemde en noodige werken, van het en c Werkfonds gebruik moet worden gemaakt, maar wèl wensch in I ik er op aan te dringen, dat nu inderdaad de mogelijkheid vraa wordt onderzocht en dat dan aan den Raad mededeeling van bew het verkregen resultaat wordt gedaan, vergezeld van het ad- ons vies van Burgemeester en Wethouders. E Mijnheer de Voorzitter. Het is de eerste begrootingsbehan- een deling in een nieuwe vierjarige zittingsperiode van den Raad. woi De verkiezingen van den vorigen zomer hebben geen noe- nen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 74