12 FEBRUARI 1936. 75 menswaardige verschuivingen in de verhoudingen van de partijen in den Raad gebracht. Dat is ook niet te verwachten zoolang in de grootste bevolkingsgroep onzer stad de geeste lijke waarden hooger worden gewaardeerd dan de materieele. Ook achter de Collegetafel is niet veel veranderd. Met ver trouwen' treden wij dit College tegemoet, zooals wij dat in het vorige vierjarige tijdvak hebben gedaan. Dit sluit natuur lijk critiek op onderdeelen niet uit. Maar ook aan het College zelf kan critiek, uitgebracht niet om te critiseeren, maar om' in gezamenlijk overleg het beste voor onze stad te zoeken, niet anders dan welkom zijn. „Het is een ellendige, maar ook een geweldig interessante „tijd, waarin wij leven", aldus begon een tweetal jaren gele den de parlementaire leider der R.K. Staatspartij een rede voering. Mijnheer de Voorzitter. Ik meen, dat deze uitspraak ook thans nog onderschreven kan worden. Wij leven in een ellen- digen tijd. De moeilijkheden in het maatschappelijk- en eco nomisch leven stapelen zich nog steeds op. De eerste licht puntjes, die men hier en daar meent op te merken, mogen weer de hoop verlevendigen op een betere toekomst, meer dan een flauwe hoop te wekken vermogen zij nog niet en voelbaar zijn zij nog evenmin. De werkloosheid telt nog haar verslagenen bij duizenden en tienduizenden en eer hoort men van toeneming dan van vermindering, en al spreekt ook hier de opleving, b.v. in den scheepsbouw, weer, zij het nog met zwakken toon, van betere toekomst, donker is nog het heden en duister het uitzicht voor ontzaglijk velen. De verhoudingen in het internationale leven zijn rijk aan spanningen en ieder vraagt zich angstig af, wat van dien wedloop der Volken in bewapening het einde moet zijn en wat de naaste toekomst ons brengen zal. Het is een ellendige tijd, waarin wij leven, maar het is ook een geweldig interessante tijd. Terwijl honderden millioenen worden opgebracht en daardoor aan het financieele kun nen der Natie de hoogste eischen worden gesteld om nij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 75