76
12 FEBRUARI 1936.
peiid gebrek te weren, om de pijlers, waarop ons economisch zijn v
leven rust te stutten en zoo dat leven voor algeheele ineen- woedf
storting te behoeden en, waar mogelijk, weer op gang te bren- I rijke 1
gen, treden allerwege de medicijnmeesters naar voren met
allerlei middelen om de zieke maatschappij weer nieuwe
krachten toe te voeren. Met meer of minder bravour wordt
allerlei aangeprezen als nieuw en doeltreffend, wat niet altijd jecj
nieuw kan worden genoemd, terwijl over de doeltreffendheid 1 ^en
de meeningen ontstellend uiteenloopen. En onder den druk aj Z01
der omstandigheden spitst de strijd der geesten zich meer en yr
meer toe en wordt de verwarring niet minder. En al staan wij Regef
nu met onze gemeentelijke huishouding niet in het centrum 9 gehoi
van de branding, veroorzaakt door het tegen elkander botsen 1 -n cjc
van al dat gebeuren, en al zal de beslissing over veel waarom ft
tvordt geroepen niet vallen in deze raadzaal, onbewogen zal strijd
dat alles ook ons niet laten. Steeds luider wordt de roep om we 0
ingrijpen ook van de gemeentelijke overheid in velerlei toe- I we d
standen, tot verzorging, tot regeling van wat kwijnt en dreigt p-qf
onder te gaan. Welke de taak der gemeente daarbij zal zijn, heids
is nog slechts vaag te onderscheiden. Maar, dat zij daarbij o-eme
een taak te vervullen zal krijgen, staat wel vast. Meer nog dan word
in het verleden zal dit alles de grootste activiteit vragen van cijfer
het Bestuur der Gemeente. En nu dreigt hier naar mijn be- M dan
scheiden meening een groot gevaar, namelijk dit: dat wij dezei
zoozeer in beslag genomen zouden worden door het maat- jn ze
schappelijk gebeuren, dat wij verzuimen ons te realiseeren p;e
de geestelijke stroomingen, die aan ieder verschijnsel op dat van
terrein ten grondslag liggen. k dan
Mijnheer de Voorzitter. Moge deze Raad altijd bezield zijn 45 g
met een werklust alsof alle uitkomst van hem alleen afhing, werk
maar bedenke hij daarbij, dat het alleen zal gaan onder bid- j 2ins}
dend opzien tot God, Die het al regeert, onder Wiens almach- der
tig bestel deze wereld in duizelingwekkende vaart haar eind- betei
doel tegemoet snelt, van Wien ons toekomt al wat wij nog y
bezitten, maar aoor Wien ook is al wat ons onthouden wordt. ken
Dan, Mijnheer de Voorzitter, ik ben er zeker van, zal de Raad tige