12 FEBRUARI 1936.
87
zich er vooraf wel van zullen overtuigen, of zij hier in Breda
nog eens over de brug moeten komen en over een brug, waar
tol betaald moet worden. Wij kunnen nu reeds constateeren,
dat de voorkeur gegeven wordt aan de buiten-gemeenten
van Breda.
Om tot opheffing of verlaging van bovenbedoelde en even-
tueele andere belastingen te komen zou Uw College, Mijn
heer de Voorzitter, een bezuinigingsplan kunnen doen op
stellen, eventueel door een Bezuinigingscommissie. Daden
dienen nu gesteld te worden om de begrooting aan te passen
aan de tijdsomstandigheden en om te voorkomen, dat onze
gemeente spoedig onder de schare der noodlijdende ge
meenten gerangschikt moet worden. Wanneer men bang
is, dat de autonomie onzer gemeente in gevaar komt, dan
dienen ook afdoende maatregelen genomen te worden om
die autonomie te behouden.
Ten slotte geef ik nog gaarne als mijn meening te kennen, dat
de huidige Regeering, die langs den weg van deflatie tracht
tot betere economische verhoudingen te komen, door de
gemeenten in haar streven gesteund dient te worden. Men
kan over de uitwerking der monetaire maatregelen dezer
Regeering van meening afwijken, maar dat mag voor de
gemeentebesturen geen aanleiding zijn om maatregelen te
nemen, die lijnrecht in strijd zijn met bovenvermeld streven.
De heer PLEIJTE is vol lof over het beleid van Burge
meester en Wethouders, ook ten aanzien van deze begrooting.
Hij hoopt, dat het het College gegeven moge zijn op dezelfde
wijze voort te gaan.
Wethouder VAN MIERLO wil, naar aanleiding van de
gehouden algemeene beschouwingen een en ander in het
midden brengen.
De heer Janssens heeft een en ander gezegd over de
loonen en salarissen en de gedragslijn in het georganiseerd
overleg. Heeft hij den heer Jans sens goed begrepen,