88 12 FEBRUARI 1936. dan wi! deze het georganiseerd overleg intact laten; slechts zou het aanbeveling verdienen, dat de door den Raad be noemde leden en de betrokken wethouder beraadslagen, over de houding in het overleg aan te nemen. Wanneer men het als een wensch beschouwt om beter op de hoogte te worden gesteld, dan behoeft daartegen geen afwijzend stand punt te worden ingenomen. Het denkbeeld kan zijn nut hebben; voor raadsleden, die uiteraard in deze materie niet zoo inzitten, zal het veelal moeilijk vallen zonder behoorlijke voorlichting hun standpunt te bepalen. Hoofdstuk VI is nogal onderwerp van bespreking gebleken. Alvorens echter op bepaalde punten neer te komen, gelooft Spr. dat het goed is om in het algemeen na te gaan, wat ge vraagd en wat gewenscht is. Er zijn er die van oordeel zijn, dat door den dienst van Openbare Werken niet voldoende werken worden uitgevoerd en die aandringen op meerdere en grootere werken. Anderen hebben gezegd, dat de dienst te duur is, dat daarop bezuinigd moet worden, terwijl weer anderen zeggen, dat 20 van de uitgaven moet worden geschrapt. Dit laatste kan Spr. toch niet serieus noemen. Als men hoofdstuk VI bestudeert, dan moet men tot de conclusie komen, dat er vele posten zijn, waarop bezuiniging onmo gelijk kan worden toegepast; o.a. rente en andere vaste lasten. De jaarwedden hebben al zoo dikwijls onderwerp van bespreking uitgemaakt, dat hierop al niet veel meer zal kunnen worden verhaald; het is wellicht mogelijk, dat er in den loop van het jaar nog wat afmoet, maar een grooten indruk zal dit ook niet maken, Spr. hiermede rekening hou dende, komt ten slotte tot de conclusie, dat het bedrag, waarop een eventueele bezuiniging zou moeten worden toe gepast, ongeveer f 117.000.beloopt. Indien men er de uitgaven voor den Gemeentelijken Reinigingsdienst onder begrijpt, dan komt men tot een bedrag van f 265.000. waarop de 20 bezuiniging zou moeten worden toegepast, d.w.z. 20% van de totale uitgaven van hoofdstuk VI, hetwelk toch werd gevraagd. Hoe met dit bedrag o.a. de Reinigings-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 88