94
12 FEBRUARI 1936.
lasten veel te bezwarend worden en niet meer op te brengen
zijn. De Raad heeft zich niet geheel en 'al aan Spr.'s ge-
dachtengang onttrokkenhij heeft zich op dat punt bezonnen,
waardoor de schuld eenigszins teruggeloopen is. In 1934
was de schuld f 9.801.000.— en in 1935 f 9.572.000.
Thans, aldus Spr., zijn wij weer in de opgaande lijn en is de
geconsolideerde schuld gestegen tot f 9.740.000.Wat wil
dit zeggen? Het wil zeggen, dat als de eindcijfers van de
begrooting niet belangrijk stijgen er dan reeds op behoor
lijke wijze moet zijn bezuinigd. Immers, als de vaste lasten
stijgen, is dat ook het geval met den gewonen dienst. Is op
dezen dienst geen totaal-stijging te constateeren, dan moet er
ook bezuinigd zijn. Nu zijn het niet alleen de rente en aflos
sing, maar ook andere factoren, welke de uitgaven verhoogen.
Er is gewezen op onvoldoende bezuiniging op deze begroo
ting. Hei kan wel mogelijk zijn, dat er in de toekomst op
straffere wijze moet worden bezuinigd, doch men zal daarvan
dan ook de consequenties hebben te aanvaarden, b.v. bij de
Reiniging en den dienst der Beplantingen, een en ander
wellicht tot schade van het stadsbeeld. Men kan dan niet
eischen, dat het aanzien van de stad hetzelfde blijft.
Er zijn inderdaad bezuinigingen aangebracht, n.l.
op hoofdstuk IIf 8000.
III7500.—
V9000.—
V I12383.75
VI I2000
Indien de begrooting niet belast was met de kosten, ver
bonden aan het uitnemen van gronden uit het grondbedrijf,
ter waarde van f 260.000.en de verdere kosten van park-
aanleg, zou, mede door het vervallen der leening 1886, hoofd
stuk VI nog f 20.000.lager geweest kunnen zijn.
Spr. persoonlijk is ervan overtuigd, dat belangrijke bezui
nigingen niet meer mogelijk zijn, tenzij men overgaat tot
rigoureuze bezuinigingen, welke hun invloed niet zullen
missen.
Er zijr echter ook uitgaven, welke verhoogd moesten wor-