106 29 APRIL 1937.
g. d.d. 21 April 1937, G. no. 199, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 31 Maart j.l., tot wijziging
van de Capitulantenverordening;
h. d.d. 21 April 1937, G. no. 203, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 31 Maart j.l., tot uitwisseling
van recht van uitweg naar de Baronielaan van per-
ceelen, achter die laan gelegen;
i. d.d. 21 April 1937, G. no. 141, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 31 Maart j.l., tot verkoop
van een bouwterrein, gelegen aan de Oostzijde van
de verlegde Aa of Weerijs, aan J. van PoppeL
De VOORZITTER stelt voor, alle deze stukken voor kennis
geving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
4. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, d.d. 7 April 1937, G. no. 366, geleidende een af
schrift van het Koninklijk Besluit van 22 Maart 1937, no.
13, waarbij goedkeuring is verleend aan het raadsbesluit
van 22 December j.l., tot rangschikking der gemeente Breda
in de 3de klasse voor de heffing der gemeentefondsbelasting.
De VOORZITTER stelt voor, dit stuk voor kennisgeving
aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
5. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende
mededeeling, dat de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
hun beslissing omtrent het raadsbesluit van 31 Maart j.l., tot
conversie van de 4%-geldleening 1935, aangegaan met de
Levensverzekering-Maatschappij „Utrecht", hebben verdaagd.