29 APRIL 1937. >g op te ak is bij Had de weten, moeten r Van ring van on over- te krij- n groep de café- ak vóór mengen, derdaad ieze be- ïoet tot igenlijk )escher- ad een pr. zal kennis- C. J. pak- De heer VAN 'HOUTEN zou thans niet over deze zaak spreken, ware het niet, dat er haast bij was. Adressanten1 hebben namelijk op grond van het bepaalde in artikel 3 der verordening ex artikel 4 der Hinderwet een aanschrijving van Burgemeester en Wethouders ontvangen, dat zij binnen drie maanden hun bedrijf aan de Lunetstraat moeten staken en daarmede naar het Kadijkje moeten verhuizen. Burge meester en Wethouders hebben hun verzoek, om hun bedrijf aan de Lunetstraat te mogen voortzetten, afgewezen. Nu is Spr. van meening, dat de verordening toegepast moet wor den, maar men moet daarbij in aanmerking nemen, dat tai van menschen geen aandacht wijdt aan de publicatie van dergelijke verordeningen en rustig blijft doorgaan met zijn werkzaamheden; zoo ook adressanten: de termijn van twee jaar was verstreken zonder dat zij het wisten. Spr. zou daarom willen voorstellen, adressanten een uitstel van een jaar te geven om zich elders te vestigen. De VOORZITTER zegt, dat dit moeilijk zal gaan; adres santen hebben twee jaar den tijd gehad om hun bedrijf naar het Kadijkje over te brengen. Het is niet aan te nemen, dat v zij als belanghebbenden dit niet geweten hebben. Een half jaar geleden hebben Burgemeester en Wethouders hen ge waarschuwd en hun op hun verzoek drie maanden uitstel verleend. Daarmede zijn Burgemeester en Wethouders eigen lijk buiten hun boekje gegaan, want volgens de verordening moesten adressanten op 31 December 1936 hun pakhuizen aan de Lunetstraat ontruimd hebben. Burgemeester en Wet houders konden dus feitelijk geen verder uitstel verleenen. Adressanten hebben het er echter maar op aan laten komen. Wanneer het nu om een paar maanden uitstel ging, was er nog overheen te komen, maar een jaar gaat beslist niet. De verordening is er om uitgevoerd te worden. De heer VAN HOUTEN kan wèl aannemen, dat adressan ten er niets van wisten. Zij hebben nooit een waarschuwing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 111