29 APRIL 1937.
115
Er worden uitgebracht 24 stemmen, waarvan 15 op den
heer Kr o one en 7 op den heer Gr u ijs, terwijl 2 stem
biljetten blanco zijn ingeleverd.
Zoodat de heer J. N. Kr o one is benoemd
tot wethouder der Gemeente.
De VOORZITTER vraagt den heer Kroon e, of deze
de benoeming aanneemt.
De heer KROONE antwoordt daarop bevestigend.
De VOORZITTER wenscht den heer Kroone geluk
met zijn benoeming en met het vertrouwen, door de meer
derheid van den Raad in hem gesteld. Het is, zegt Spr. nog
iets anders wethouder dan raadslid te zijn. Een wethouder
is eigenlijk een tweeslachtig wezen; hij blijft natuurlijk deel
uitmaken van den Raad, maar daarnaast neemt hij deel aan
het dagelijksch bestuur der Gemeente. Door dit laatste krijgt
men vaak een anderen kijk op de zaken. De heer Kroone
volgt een wethouder op, dien men hier slechts noode heeft
zien vertrekken; hem te vervangen zal geen gemakkelijke taak
blijken te zijn. De heer Kroone bezit daarvoor echter
het inzicht en de werkkracht. Het College van Burgemeester
en Wethouders zal alles doen om het hem gemakkelijk te
maken; hij is daarin van harte welkom. Spr. hoopt, dat de
heer Kroone als wethouder veel voor het welzijn van
deze stad zal kunnen doen.
Ten slotte noodigt Spr. den heer Kroone uit, aan de
tafel van Burgemeester en Wethouders plaats te nemen.
Nadat de heer KROONE aan die uitnoodiging heeft vol
daan, dankt hij den Voorzitter voor diens vriendelijke woor
den en de leden van den Raad, die hun stem op hem hebben
uitgebracht, voor het vertrouwen, dat zij hem hebben ge
schonken. Spr. verklaart volgaarne al zijn krachten te willen
geven om met den Raad en het College van Burgemeester en