29 APRIL 1937. 7 119
Toen in 1932 de Rijksbijdrage van f 20,tot f 15,per
leerling werd teruggebracht, waardoor de gemeentelijke ver
plichte bijdrage tot een zelfde bedrag verminderde, hand
haafde de Raad de subsidie ad f 20,en paste op de on
verplichte extra bijdrage slechts een korting van 10% of.
f 1,50 toe, een zelfde percentage als op andere subsidies dat
jaar werd toegepast.
Toen in 1934, door verplichte splitsing van debielen en
imbecillen, uitbreiding der school noodig was, werd opnieuw
een rentoos voorschot voor de bouwkosten van f 18.000,
verleend.
In de toelichting op dit voorstel schreven Burgemeester en
Wethouders o.a.
„In aanmerking nemend de aanzienlijke uitgaven, welke
„nog ten laste van het bestuur blijven ondanks den finan-
„cieelen steun, welke de bestaande school reeds van de ge
beente geniet in den vorm van een jaarlijksche tegemoet
koming in de materieele exploitatiekosten en een reeds ver
leend renteloos voorschot der bouwkosten van de schooi,
„mede gezien de belangrijkheid van het onderwijs, waartoe
„kinderen van alle gezindten worden toegelaten, is er, naar
„onze meening, alle reden het bestuur ter zake tegemoet te
„komen."
Wanneer men nu deze houding van den Raad nagaat, dan
doet het toch zonderling aan, dat Burgemeester en Wethou
ders thans eigenlijk zeggen: Nu is het genoeg. Want daarop
komt dit prae-advies practisch neer.
Tweeërlei reden voeren Burgemeester en Wethouders voor
die afwijzing aan:
le. de noodzakelijke uitbreiding zou hoofdzakelijk het
gevolg zijn van een toename der leerlingen uit de buitenge
meenten
2e. de Gemeente geeft reeds zulke groote bedragen voor
dit buitengewoon onderwijs.
Ik wil eerst iets zeggen over het 2e argumentde Gemeente
geeft reeds zulke groote bedragen.