128 29 APRIL 1937.
dat zulks is geschied omdat dit fonds vóór eenige jaren en
ook n-u nog het belangrijkste was; als daarmede geen resul
taat werd bereikt een fonds, dat door de doctoren zelf
is opgericht dan had het nastreven van een regeling
op dit gebied ten aanzien van andere fondsen va,n veel
geringeren omvang, geen zin meer. Immers, Spr. behoeft
den heer Van der Ven toch niet te vertellen, dat de
verhouding van de medici tot de andere ziekenfondsen nu
niet bepaald van meegaanden aard is.
Den heer Van den Wijngaard kan Spr. mededeelen,
dat de door hem bedoelde enquête destijds door Burgemees
ter en Wethouders is ingesteld. De Raad heeft geen kennis
gekregen van den uitslag. Dit was ook niet noodig, aange
zien die enquête behoorde tot de voorbereidende werkzaam
heden voor de onderwerpelijke aangelegenheid.
Wat nu de zaak zelve betreft, meenen Burgemeester en
Wethouders, dat zij thans op dood spoor staat. Men kan
nog wel een half jaar voortgaan met te confereeren, maar
daarmede zal men niets opschieten, aangezien het A.A.Z.B.
blijkbaar niet medewerkt. Burgemeester en Wethouders kun
nen er verder niets aan doen.
De VOORZITTER zegt, dat het hem het beste lijkt, de
zaak naast zich neer te leggen in de hoop, dat het A.A.Z.B.
binnen afzienbaren tijd nog van meening zal veranderen,
zoodat dan een oplossing mogelijk is.
Zpnder verdere opmerkingen wordt alsnu con
form het prae-advies van Burgemeester en Wet
houders besloten.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij
ziging van de gemeentebegrooting en de begrooting van het
Grondbedrijf, beide voor het dienstjaar 1936 (Bijlagen 1937,
no. 81).
Zonder eenige bedenking wordt dienovereen
komstig besloten.