15 JUNI 1937. 163 doch tot nu toe is nog niet gezegd, dajt er een kelder aan-1 gebracht moet worden. Burgemeester en Wethouders hebben inmiddels naar een andere oplossing gezocht. Het resultaat daarvan is, dat zij hier ter stede een 17-tal kelders met be- tjon-bövenbouw hebben gevonden, welke, wanneer zij in orde gebracht worden, ruimte bieden aan een groot aantal menschen. Men moet hierbij in het oog houden, dat het de bedoeling is, dat deze kelders schuilplaats bieden aan degenen, die zich bij een aanval uit de lucht op straat be vinden. Het ligt in het voornemen, die kelders door de Cen trale Werkplaats te doen inrichten. Hierover is geschreven naai' het Hoofd van den Centralen Luchtbeschermingsdienst te '-Gravenhsage, die de zaak aanhangig heeft gemaakt bij het betrokken Departement. Het antwoord van dat Departe ment wordt nog ingewacht. Spr. verzoekt de pers, deze bijzonderheden niet in de bla den op te nemen, daar dej zaak nog in een voorbereidend stadium verkeert. De heer DE JONG meent, dat het inrichten van schuil plaatsen geen object is voor de Centrale Werkplaats; men behoort dit aan particulieren over te laten. De VOORZITTER is het niet met den heer De Jong eens; de schuilplaatsen behooren eigenlijk op kosten van het Rijk te worden aangelegd. Dit gebeurt evenwel niet. Men kan echter niet langer wachten; de zaak is van te groot belang. Nu doet zich de gelegenheid voor om op goedkoope wijze in het gebrek aan schuilplaatsen te voorzien; men moet ze dus aangrijpen; de nood is aan den man. De Centrale Werkplaats heeft op het oogenblik geen object onder handen. Zij krijgt er dus iets mede te doen. Op andere wijze de werken uit te voeren, komt veel te duur uit. Welnu, wat is er dan tegen, het zoo te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 163