186 15 JUNI 1936.
Wethouder KROONE verklaart, dat hij de vorige maal,
toen de zaak hier behandeld werd, het voorstel heeft gedaan
om haar aan te houden, omdajt hij van oordeel is dat doqr
de Federatie een mooi stuk sociaal werk was tot stand ge
bracht en dat hij daarom deze aangelegenheid nog eens
nauwkeurig wilde nagaan.
De heer Heer nu verwondert zich over het feit, dat
Spr. na zijn intrede in het College mjet dit afwijzend prae-
advies meegaat. De prijzen hebben Spr. daartoe gedreven.
De zaak-Van der Linden is van de baanmen kan deze
dus gevoeglijk uitschakelen. Het zijn dus alleen de prijzen,
die hem van zienswijze hebben doen veranderen. Uit het
prae-advies blijkt trouwens, dat de weg voor de Federatie
niet geheel is afgesloten. Als de Federatie kan aantoonen,
dat de opgegeven prijzen inderdaad niet zoo hoog zijn,
dan zullen Burgemeester en Wethouders daarop ingaan. Als
raadslid kan men zich nog afvragen: Moet ik daarmede mee
gaan? Doch als wethouder voelt Spr. zich niet verantwoord,
het prae-advies van Burgemeester en Wethouders te ver
werpen; in een tijd, waarin zooveel groote bedragen noodig
zijn voor steunverleening aan werkloozen, moet men zuinig
zijn op andere zaken.
Wethouder VAN DER WERF merkt op, dat de heer Heer
in het begin van zijn betoog heeft beweerd, dat er ten op
zichte van de Federatie een ongelijke behandeling werd toe
gepast, omdat indertijd door den Raad is besloten, alle leve
ranties aan de Gemeente aan te besteden onder georganiseerde
werkgevers. Dit is niet juist, aangezien daarbij de uitdruk
kelijke restrictie is gemaakt: mits men niet in strijd komt
met het gemeentebelang.
De cijfers kan men een beetje anders voorstellen waar het
de Bijlagen en Gemeentebladen betreft, maar ten opzichte
van de Raadsnotulen spreken zij een duidelijke taal. Dat de
drukkosten bij georganiseerde drukkers wat hooger zijn dan
bij ongeorganiseerde is begrijpelijk, maar als zij daar zóó