188 15 JUNI 1937.
niet gedaan en daarbij de opmerking gemaakt, dat de Fede
ratie elke medezeggenschap van den consument uitsluit. Spr.
heeft daarover den vorigen keer al uitvoerig gesproken en
toen aangetoond, dat de Federatie zich heeft ingesteld op
een billijken en redelijken prijs. Bovendien staat het immer
vrij, een accountantsonderzoek te doen instellen. Nu zegt
Wethouder Van der Werf wel, dat zulks niet op den
weg der Gemeente ligt, maar als andere gemeenten die tarie
ven niet te hoog vinden, dan ligt het wèl op den weg der
gemeente Breda zich op de hoogte te stellen. De Federatie
kan toch niet helpen, dat het Rijk geen consumentenraad in
het leven roept! Men kan dan ook niet zeggen, dat de Fede
ratie handelt uit groepsegoïsme of lust tot prijsopdrijving.
Bij den huidigen concurrentiestrijd kan men trouwens de
mogelijkheid van prijsopdrijving uitgesloten achten; alleen
trusts of kartels, die over monopolies beschikken, zijn daartoe
nog in staat.
De heer Broos heeft Spr. gevraagd, namens de Fede
ratie, te willen verklaren, dat deze bij inschrijvingen voortaan
vrije concurrentie tusschen haar leden zal toelaten. Een zoo
danige verklaring kan Spr. natuurlijk niet afleggen: hij ver-
tejgenwoordigt de Federatie niet; hij is slechts werknemer en
hierraadslid.
Wat betreft het eigenmachtig vaststellen van de prijzen
door de Federatie, merkt Spr. nog het volgende op. Onlangs
hebben de bakkers de prijzen van het brood verhoogd; hoe
wel ook dit niet is gebeurd in overleg met den consument,
zal niemand de redelijkheid van deze verhoging betwisten.
Wethouder Van Mierlo heeft gezegd, dat het er niet
om gaat, ongeorganiseerde patroons te bevoordeelen. Het
gevolg van de handelwijze van Burgemeester en Wethouders
is echter, dat georganiseerde drukkers benadeeld worden.
Verder heeft de heer Van Mierlo prijzen genoemd. Spr.
wil nader ingaan op die prijzen, "ofschoon het voor hem
natuurlijk niet zoo gemakkelijk is, de door den heer Van
Mierlo naar voren gebrachte cijfers te verwerken. De brief