15 JUNI 1937. 189 van Burgemeester en Wethouders, waarin aan de Federatie prijsopgaaf wordt gevraagd, beslaat slechts 9 regels! Spr. heeft zelf ook prijsopgaaf aan de Federatie gevraagd, maar uitvoeriger, met gevolg, dat hij lagere prijzen heeft gekregen. Zooeven heeft Spr. al opgemerkt, dat, als men meerdere exemplaren van de bijlagen tegelijk bestelt, de gemiddelde prijs lager zal zijn. Spr. kan niet gelooven, dat de bijlagen niet met minstens 8 exemplaren tegelijk zouden kunnen wor den besteld. Wethouder VAN MIERLO: En toch is dat zoo. De bijlagen kunnen niet anders dan druppelsgewijze in druk worden gegeven; het zou te veel ophouden, indien met het in druk geven werd gewacht tot er een groot aantal bij elkaar waren. De heer HEER kan dit toch niet aannemen, aangezien er bij de door hem aan de Federatie verzonden modellen heel wat bijlagen zijn, die alle op 3 Maart gedateerd zijn. Spr. blijft er dus bij, dat, wanneer men een groot aantal bijlagen te zamen bestelt, men zich veel voordeel kan doen. Het voor beeld van den heer Van M i e r 1 owiens berekening enkel en alleen is gebaseerd op een bijlage van 4 gedrukte pagina's, is bovendien niet goed. Gemiddeld bestaan de bijlagen immers uit evenveel blanco als bedrukte pagina's. Daarop heeft de huidige drukker zijn prijs van f 2,40 gebaseerd. Het is dus logisch, dat dit dezerzijds ook wordt gedaan. Daar komt nog bij, dat de drukker een groot deel van het zetsel van de bijlagen kan gebruiken voor het Gemeenteblad, waardoor ,dus dit heeft Spr. ook reeds in eerste instantie gezegd de prijs nog aanmerkelijk lager wordt. Spr. kan aannemen, dat het College van Burgemeester en Wethouders en de Directeuren der verschillende takken van dienst niet deskundig zijn op het gebied van prijzen voor drukwerk. Het is daarom noodig, dat er een distributieraad komt, die er wèl verstand van heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 189