15 JUNI 1937. J 199 prijsgegeven. Spr. brengt vanaf deze plaats gaarne hulde aan de initiatief-nemers van het plan. In de tweede plaats wil Spr. er op wijzen, dat be.t plan reeds tweemaal in een bijeenkomst van den Raad is besproken en dat dit college zijn sympathie daarmede heeft betuigd. Het is dus al van verschillende zijden bezien, hetgeen natuur lijk niet zeggen wil, dat de mogelijkheid om erop terug te komen is uitgesloten, integendeel, men moet er zelfs op terugkomen, daar de verschillende onderdeden van het plan niet uitgevoerd kunnen worden, zonder dat de Raad zich daarover uitspreekt. Het is derhalve gewenscht, dat de Raad eerst een overzicht krijgt van de kosten; het doet Spr. ge noegen, dat hij thans in staat is, een iets meer gedetailleerd overzicht daarvan te geven dan bij een vorige gelegenheid. De kosten van het gedeelte I (Van Coothplein tot Tolbrug) zijn begroot op totaal f 240.000,waarin begrepen zijn cle kosten van een duiker voor het opnemen van een gedeelte van de Mark. De kosten van het gedeelte II (Tolbrug tot Prinsenkade) zijn geraamd, op! f 260.000,ook in deze begrooting is het maken van een duiker begrepen. De totale kosten van den verbindingsweg-Van Coothplein tot den spoorwegovergang, met inbegrip van de voettunnels bij de spoorwegovergangen, zijn te ramen op: 1. Van Coothplein tot Tolbrug (aankoopen) f 180.000, idem (wegaanleg) f 240.000,- - 2. van Tolbrug tot Prinsenkade f 260.000,— 3. Prinsenkade f 30.000, 4. ten Noorden van de Oasbrug tot spoorwegovergang f 200.000,— f 910.000,- Dit is het plan, zegt Spr., waarvoor de Raad sympathie heeft betuigd. Het begin van uitvoering ligt in de voorstellen, voorkomende onder de punten 59, 60, 61 en 62 der agenda. Spr. vraagt, of iemand hierover iets op te merken heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 199